Vanmorgen werd ik wakker met een flinke hoofdpijn. Toen ik probeerde op te staan viel ik bijna direct weer om. Mijn hoofd, en ook de rest, wankelde en ik was behoorlijk duizelig. Omdat ik dringend naar het toilet moest was het geen optie om weer het bed in te duiken. Na mijn bezoek aan het toilet toch maar een pijnstiller en nog even liggen. Na twee uren schrok ik opnieuw wakker. Veel verbetering was er nog niet. Dan maar even een warme douche en daarna een kop koffie. De hoofdpijn is nog niet verdwenen, maar het gaat. Ik moest denken aan gisteren. Het was prachtig weer en had een vrije dag. Op mijn verjaardag heb mijzelf verwend door een motorbootje te kopen. Als je die hebt moet je het natuurlijk ook gebruiken.

Als je gaat varen stap je in een heel andere wereld. Het woord “trailerhelling” kende ik voorheen niet, maar is nu wel belangrijk. Je kunt het bootje niet zomaar in het water gooien. In het water zal nog wel gaan, maar het moet er ook weer uit en dat kost veel kracht. Ik heb dus ook een trailer met een lier die het bootje weer op de trailer trekt.
Ik hoef het niet op eigen kracht te doen.
Op de heenweg ging alles voorspoedig en was het vrij rustig, zonnig weer. Maar op de terugweg begon het steeds harder te waaien. De wind en de golven waren tegen. Ik ben nog niet zo ervaren in het varen (beetje rare zin). Wat te doen? Een beetje langs de kant dan maar. Oeps hier is het niet diep. De schroef boort zich in de bodem. Dan naar dieper water waar de golven wel hoger zijn. De motor begint te stotteren, wat nu? Is er wel genoeg brandstof? Wat doe ik verkeerd? Wat moet ik als de motor uit valt? Er zit dan niets anders op om dan zelf te roeien. Uiteindelijk is alles goed gekomen en heb de veilige oever bereikt.
Wat is de moraal van dit verhaal? Als je in je leven de wind mee hebt is er niets aan het handje. Maar als het tegen zit en de storm steekt op, waar haal je dan de kracht vandaan om door te gaan. Heb je dan een motor met genoeg brandstof om jou naar de overkant te brengen? Of moet je het op eigen kracht doen?
‘Blijf kalm! Ik ben het; wees niet bang!’ ‘Heer, als u het bent,’ zei Petrus, ‘laat me dan over het water naar u toe komen.’ ‘Kom!’ zei Jezus. En Petrus stapte de boot uit en liep over het water naar Jezus toe. Maar toen hij merkte hoe hard het waaide, werd hij bang. Hij begon te zinken en riep: ‘Heer, red mij!’ Meteen stak Jezus zijn hand uit en pakte hem vast (Math 14).
Deze dag zal ik veelal liggend doorbrengen, maar ik weet dat ik het niet op eigen kracht hoef te doen. Als ik roep: ‘Heer, red mij!’ zal Hij zijn hand naar mij uitsteken en mij weer op de benen zetten. Hij is mijn motor en geeft mij de kracht die ik nodig heb. Wat doe jij als je merkt dat jouw “eigen” kracht niet toereikend is?